zondag 30 juni 2013

MAPPING THE AFTERLIFE



Begin januari 2012 werden we bij café Dante in Amsterdam geïnterviewd door Erin Russel. Zij deed dit in opdracht van AWAY magazine, een tijdschrift voor expats in België. Erin had al eerder aandacht besteed aan de Atlas in een artikel voor de Nederlandse tegenhanger, Holland Times.
 
Gezien de regelmatig opdoemende internationale belangstelling voor deze weblog, leek het ons gepast om van dit Engelstalige artikel integraal kond te doen.
 
 
 
 
 (met dank aan Erin Russel en AWAY)
 
Alleen valt te hopen dat onze buitenlandse volgers niet massaal gaan afhaken, nu hun eindelijk duidelijk wordt waar de atlas van het hiernamaals eigenlijk om draait.
 
Hoe dan ook, de koffie was infernaal lekker.
 
 
 
 

zaterdag 22 juni 2013

EEN STAAFMIXER VAN BOSCH


Jeroen Bosch, Tuin der Lusten - hel (fragment)

De meester van de helse beelden is ongetwijfeld Hiëronymus Bosch. Wie de buitengewoon dreigende en onheilspellende werelden van Jeroen Bosch aanschouwt, kan eigenlijk maar één conclusie trekken: de hel bestaat. Hoewel Bosch later als een soort voorloper van het surrealisme is beschouwd, maakte hij in feite slechts dankbaar gebruik van bestaande, eigentijdse bronnen, om zijn eigen doodsangsten letterlijk te illustreren.



Net zoals bij de Gebroeders Van Limburg, waarvoor later meer, lijkt het erop of hij zijn helse taferelen geschilderd heeft, met het visioen van Tondalus op zijn schoot. Tondalus zou je kunnen beschouwen als het voorlopige hoogtepunt van de middeleeuwse monnikenvisioenen. Dante zal voor de definitieve versie gaan zorgen. In het Handboek voor het Hiernamaals (2004) zijn we daar al uitgebreid op ingegaan. Vandaar dat we daar even kort uit willen citeren. In onderstaand fragment is ridder Tondalus tijdens zijn louteringsreis door het hiernamaals getuige van een zoveelste marteling.



En anders de hel zelve wel, want na een poos leek het weer eens de hoogste tijd voor een monster. Dit exemplaar had behalve twee voeten en twee vleugels een lange nek met een ijzeren vuurspuwende bek. Ook zijn klauwen waren van ijzer. Het vertoefde in een moeras van ijs en verslond elke ziel van een ontuchtpleger die maar in de buurt kwam. Na een gepaste verteertijd, werden ze vervolgens uitgebraakt in het moeras, waarna het hele verhaal weer opnieuw kon beginnen. Althans, er was een verschil: allen die zich in de maag van het monster hadden bevonden, waren ter plekke op een of andere manier zwanger gemaakt. Dat gold zowel voor vrouwen als voor mannen. De kleine monstertjes beschouwden de ingewanden als hun speelparadijs, wat voor de jonge aanstaande moeders en vaders neerkwam op ondraaglijke pijnen. Wat weer niets vergeleken was bij de geboorte zelf. Deze beelden lijken rechtstreeks te komen uit een van de Alien-films, als ze al niet als inspiratie daarvoor gefungeerd hebben. Het babymonstertje kwam namelijk – tenminste ook niet bij de vrouwen – niet via de geijkte geboortekanalen ter helle. Voorzien van vaders brandende ijzerbek vraten ze zich via de borstkast een weg naar buiten. Extra pijnlijk was de met een weerhaak uitgeruste staart, die in geval van nood vleesvrij gepikt werd. Desnoods werd het hele lijf weggevreten.

 
Fragment uit Alien (1979): het monstertje vreet zich een weg naar buiten via de buik van bemanningslid Kane (John Hurt).

 
Onder luid gebrul en geschreeuw vanuit het ijsmoeras, kwamen de reizigers bij de uitgang. Deze bevond zich in de lucht. Hier konden ze nog net een blik werpen op demonen met slangentongen, waarmee ze zich een weg vraten door achtereenvolgens het gehemelte, de aders en de longen van de verdoemden. Zelfs hun kennelijk speciaal voor dat doel gevormde penis konden ze als een soort staafmixer gebruiken om het hart te verscheuren en de ingewanden er uit te trekken. Ook nu weer ging het om een speciale categorie zondaars: geestelijken die hun leven hadden gevuld met luxe en seksuele geneugten. Tenslotte werden hun geslachtsdelen werden ofwel afgesneden en verslonden, ofwel er kwam allerlei kwellend ongedierte uit te voorschijn. Maar ook de overspelige leken ontliepen hun verdiende straf niet.  Daarom werd ook Tondalus weer eens gegrepen door een beest en in het moeras getrokken. En nadat de Alien-achtige wezentjes zich een weg naar buiten hadden geknaagd, werd hij door een aanraking van de engel opnieuw genezen en kon de reis hervat worden.

 
Alles wel beschouwd geeft Bosch dus een min of meer getrouwe weergave van het Tondalusvisioen. In het apocriefe kader is er meer informatie over Bosch te vinden. Al moeten we degenen die op zoek zijn naar een staafmixer van het type Bosch helaas bij voorbaat al teleurstellen.
 
 

zaterdag 15 juni 2013

GEVLEUGELDE VRIENDEN

gevleugelde vrienden?

Episode 8 van ons apocriefe feuilleton over engelen en duivels gaat wederom over de engel, die het aanvankelijk zonder vleugels moest doen. Mede geïnspireerd door Mesopotamische (zie Episode 4) en Griekse voorbeelden waren de boodschappers van Onze Lieve Heer allengs in staat om letterlijk vliegensvlug van hot naar her te fladderen. Van loopjongen tot gevleugelde vriend, bij wijze van spreken.

Het zou natuurlijk kunnen zijn dat zelfs de Heilige Geest hierbij een adviserende rol heeft gespeeld. Deze grootste gevleugelde vriend van de Schepper vormt uiteraard een buitencategorie op dit gebied. Een soort Hemelse HSL, maar dan eentje die geen last heeft van veranderende weersomstandigheden.

Niet voor niets wordt hij vaak afgebeeld als een duif. Duiven schijnen in staat te zijn om zo'n 800 km per dag af te leggen. Het kan dan ook geen toeval zijn, dat menig postduivenvereniging zich maar al te graag afficheert met deze hogere link.

 
Rest de vraag wat Louis, Pim en Meester Pieter ertoe gedreven heeft om lid te worden van een postduivenvereniging.
 
 


woensdag 5 juni 2013

AARTSENGELENGEDULD


Even denk je dat je het begrepen met die good guys en die bad guys en dan blijkt ineens weer dat je de good guys niet te pas en te onpas te hulp mag roepen bij de bestrijding van het kwaad. Althans, als het aan Sint Bonifatius lag.

4 aartsengelen met Tobias (Francesco Botticini)


Daar komt nog eens bovenop dat de goeierikken keer op keer worden ingezet om vuile werkjes op te knappen, een soort license to kill als het ware. Ook Onze Lieve Heer zelf schroomt niet om zo af en toe zijn aartsengelen te gebruiken om notoire booswichten op te ruimen. Meestal is dat dan weer half werk, omdat het kwaad ook zo zijn functies heeft. Wellicht iets in de trant van: zonder kwaad valt het goede niet echt op.

Wat het weer buitengewoon ingewikkeld maakt om het onderscheid te zien. Was het maar zo eenvoudig als in de oude Amerikaanse westerns waarin de good guy in smetteloos wit op een wit paard de volledig in zwart gehulde boeven van hun zwarte ros knalde. Opmerkelijk is overigens dat in deze films uit de jaren 20 tot en met 70 van de vorige eeuw boeven niet mochten roken. Roken was toen namelijk nog stoer, heldhaftig en dus goed, los van het feit dat deze films voor een deel gefinancierd werden door de tabaksindustrie. Om te voorkomen dat roken een slecht imago zou krijgen was het uit den boze dat een bankovervaller met een peuk in zijn mond overhoop werd geschoten. Daar zou je nu mee aan moeten komen. Nu zou een sjekkie in de mond gelijkstaan aan een schietschijf op de rug. Vandaar ook dat stripheld Lucky Luke zijn saffie heeft ingeruild voor een strootje; het verhoogt gewoonweg je levensverwachting. Maar wat zou Lucky Luke zijn zonder de neven Dalton? 
 
"Smoking heroes"


Kennelijk heeft het kwaad een welhaast onweerstaanbare aantrekkingskracht op ons. Een volstrekt deugdzaam leven is voor de meeste van ons nou niet bepaald een aantrekkelijk bestaan. Een beetje ondeugd brengt tenminste wat leven in de brouwerij, zelfs in het hiernamaals.

Adams Ega en Ex zetten een boom op in de paradijstuin.
(zie Episode 5)


Dat moeten Lucifer en zijn trawanten ook al gedacht hebben (zie Engelen & Duivels, Episode 6) en waarschijnlijk zullen Gabriël en de rest van het aartsengelenkoor eveneens af en toe opgelucht buiten hun heilige bonenboekje gegaan zijn. En wat te denken van Adam en Eva? Om maar te zwijgen van die mysterieuze Lillith, waarvan we ook maar in ban lijken te blijven?

Kortom, had Bonifatius er überhaupt wel een idee van waar hij bezig was, toen hij ons verbood om aartsengelen aan te roepen? Zelfs het geduld van een aartsengel kende zijn grenzen en deze keer lag die grens bij Dokkum. Zeker toen Bonifatius begon met de sloop van de heilige Friese eik, keken zij even een andere kant uit. Dat wordt nog oppassen straks, mochten de plannen met Thialf doorgang vinden.

Tot die tijd, zullen we ons maar eens verdiepen in Episode 7, waarvoor graag doorklikken.

zaterdag 1 juni 2013

EEN HELLEVEEG




Belfagor moet zittend plassen?


Om bij voorbaat de nodige teleurstellingen te voorkomen, we gaan het misschien tot onze spijt niet hebben over de nieuwe AFTh.

In ons apocriefe feuilleton over engelen en duivels staan deze keer onder meer de Aartsduivels centraal. Net zoals Onze Lieve Heer werd bijgestaan door een aantal engelen van de buitencategorie, de zogenaamde aartsengelen, kon de Heer van de Duisternis - Satan of Lucifer - rekening op de steun van een helse groep van - hoe kan het ook anders - zeven uitzonderlijke booswichten.

Als we sommige bronnen mogen geloven is vooral een ieder die de duistere krachten van deze zeven aartsduivels niet helemaal serieus neemt zo goed als verloren. Vaak is dat namelijk al een teken dat de aartsduivel bezit van je heeft genomen en jij je dus automatisch schuldig maakt aan een of meerdere hoofdzonden. Elke aartsduivel heeft zo zijn specialiteit of hoofdzonde. Zo is aartsduivel Leviathan verbonden met de hoogmoed, Asmadeus met de onkuisheid, Askrot met de traagheid, Mammon met de gulzigheid, Beélzebub met de nijd, Balberit met de toorn en tenslotte Belfagor met de onmatigheid en dronkenschap.

(Jeroen Bosch, De zeven hoofdzonden)


Vooral die Belfagor vinden wijn een intrigerende persoonlijkheid. De Florentijnse humanist Niccola Machiavelli heeft er een prachtige novelle over geschreven. Vrij vertaald wordt Belfagor - in de rol van echtgenoot - daarin door Lucifer naar de aarde gestuurd om het verschijnsel vrouw wat nader te bestuderen.

Nu komen vrouwen er in onze bronnen van hiernamaalsbeelden er in het algemeen vrij bekaaid vanaf. Denk hierbij maar aan de Bijbel, waarin de eerste vrouw (Eva) meteen al de fout in gaat - was zij het immers niet die Adam ertoe verleidde om van de verboden vrucht te eten? - en daarmee hoofdschuldig wordt aan de zondeval? In Paradise Lost van Milton - evenals in Lucifer van onze eigen Vondel - blijkt het overigens zelfs een soort wraakactie van Lucifer omdat hij de gratie van de Schepper is geraakt. Via het labiele en onbetrouwbare karakter van de vrouw laat hij diens kroon op de schepping gelijk door het ijs zakken. Bij de islam is het zelfs zo dat de zevende hemel exclusief toegang verleent aan de mannelijke martelaren van het geloof. Vrouwen hebben aldaar slechts een dienende taak, althans zij die tot de 'uitverkoren' 72 maagden behoren. Sommige christelijke apocriefe bronnen maken het nog fantasierijker: natuurlijk hebben vrouwen ook toegang tot het paradijs, maar dan wel als ze eerst zijn omgebouwd tot man.

(boekomslag)


Paradoxaal genoeg zou aartsduivel Belfagor er echter naar alle waarschijnlijkheid alles voor over gehad hebben om alle vrouwen in de hemel te krijgen. Ongetwijfeld hebben velen van ons eenzelfde gedachte en een aanzienlijk aantal vinden zelfs dat vrouwen ons de gelegenheid bieden om alvast een hemels voorproefje te nemen. Maar Belfagor had geheel andere motieven.

Zoals gezegd mocht hij van zijn duivelse chef Lucifer een tijdje genieten van het aardse huwelijk. Zelfs voor een duivel bleek deze ondermaanse echtverbintenis ondraaglijk. Bij het gedrag van deze vrouw vielen alle helse pijnen en kwellingen in het niet. Nooit had Belfagor zoveel heimwee gekend. Deze helleveeg van een vrouw zorgde er dan ook voor dat hij Lucifer smeekte om alsjeblieft terug te mogen keren. Wat dat betreft zit er een zekere tegenstrijdigheid in het woord helleveeg. Je zou mogen verwachten dat dit des hels of des duivels betekent, maar in dit geval is het juist typisch aards.

Hoe dan ook, Belfagor mocht weer terug naar zijn vertrouwde helse oorden om zich toe te kunnen leggen op duivelse streken zoals het aanzetten van zondaars tot onmatigheid en dronkenschap. Voor ons blijft het daarom zaak om ons daartegen te weren en dus te bidden tot een van de - inderdaad - zeven aartsengelen. Ondanks het apocriefe karakter van dit verhaal willen wij derhalve zeker niet de indruk wekken dat we dit alles niet helemaal serieus nemen.

Maar voordat we Rafaël, Gabriël of Yehudiël zullen aanroepen, willen we toch maar eerst eens even de nieuwe Van der Heijden erop naslaan en eens kijken of tante Tiny echt zo'n helleveeg was. Mocht dat het geval zijn, dan hopen we voor Belfagor dat zij is toegetreden tot het rijk der hemelen.