Hemels Jeruzalem
(Gustave Doré)
Eind 11e eeuw riep paus Urbanus II zijn gelovige onderdanen op tot een Kruistocht om het (vermeende!) Heilige Graf (van Jezus Christus) in Jeruzalem te bevrijden. Tot die tijd hadden joden en christenen in en rond Jeruzalem in alle rust hun geloof kunnen belijden; de Arabische overheersers waren in dit opzicht tamelijk verdraagzaam geweest. Met de komst van de Seldsjoeken kwam hier een einde aan. Ook het christelijke Byzantijnse rijk werd bedreigd. De Byzantijnse keizer deed hierop een oproep om hulp, waar de paus - namens alle christenen in het westen - graag gehoor aan gaf. Hij wist een groot leger te mobiliseren, bestaande uit koningen, edelen, maar ook eenvoudigere lieden. Iedereen had zo zijn motieven: avontuur, grond, buit of religieuze overtuiging. Toch zal het vooruitzicht op een grotere kans op een plekje in de hemel voor menigeen ook aanlokkelijk zijn geweest. Immers, wat zou je daarvoor nog meer kunnen doen dan het graf van Jezus Christus, de Verlosser in eigen persoon zelf, te bevrijden?
Hoe dan ook, niet veel later trok een groot kruisvaardersleger, over land en over zee, oostwaarts. In 1099 veroverden de kruisvaarders Jeruzalem en stichtten enkele kruisvaardersstaten langs de oostkust van de Middellandse Zee. Het belangrijkste werd het Koninkrijk Jeruzalem met aan het hoofd een koning annex 'beschermer van het Heilige Graf'.
De kruisvaardersstaten
Uiteraard zat in dit nieuwe koninkrijk een verwijzing naar het Hemelse Jeruzalem uit het Oude Testament. Het nieuwe Jeruzalem, zoals het ook genoemd werd, zou de woonplaats worden van alle gelovigen die na het Laatste Oordeel zouden zijn uitverkoren. De gouden stad vol pracht en praal zou als het ware uit de hemel neerdalen en haar poorten openen voor alle gelukzaligen. Het mag duidelijk zijn, dat voor alle verdoemden een andere bestemming zou zijn weggelegd. Zij zouden voor eeuwig branden in de hel. Het is wellicht geen verrassing, dat onder deze verdoemden de 'heidense' moslims een prominente plaats dicht bij het hellevuur zouden innemen.
Toen de Kruisvaarders Jeruzalem veroverden had het er overigens alle schijn van, dat zij het Bijbelse scenario naar de letter volgden. In een soort van generale repetitie, mochten de veelal islamitische inwoners van Jeruzalem en omstreken de rol van verdoemden op zich nemen. Het nieuwe 'Hemelse Koninkrijk' werd gegrondvest op moord en doodslag, een gigantisch bloedblad zonder onderscheid des persoons. Na een dergelijk optreden kon wraak van islamitische zijde natuurlijk niet uitblijven. Je hoefde geen ziener te zijn, om te voorspellen wat de christelijke slagers te wachten zou staan als de gelegenheid zich zou voordoen. En die kwam er ook, misschien wel sneller dan gedacht.
Ridley Scotts niet onaardige interpretatie van de Kruistochten in zijn Kingdom of Heaven uit 2005.
Nadat de islamitische legers zich onder Saladin weer verenigd hadden, was het weer vrij snel afgelopen met de hemelse missie van de paus. In 1291 viel Akko als laatste kruisvaardersstad in Arabische handen.|Je zou kunnen zeggen, dat de kruisvaarders hun 'verdiende straf' niet ontliepen. En sterker nog, ook na hun dood zou deze - geheel in de lijn van het denken over leven na de dood bij zoveel culturen - een navenante voortzetting krijgen. In de onderste krochten van de zeven hellen van de islam is er ongetwijfeld een speciaal pijnlijk gebied gereserveerd voor de 'heroïsche' veroveraars van weleer.
Een prachtige voorstelling van een Islamitisch Laatste Oordeel waarbij Mohammed zowaar Allah bijstaat om de ongelovigen richting hellemuil te sturen.
Kortom, wat ooit begon als een bevrijdingsoperatie van het Hemelse Koninkrijk eindigde vanuit moslimoptiek uiteindelijk met een islamitische hellevaart. Hoe die verder in zijn werk ging, valt na te lezen in hoofdstuk 7 van onze apocriefen over de islamitische ondervraging aan het graf (2).