Jeroen Bosch, Tuin der Lusten - hel (fragment)
De meester van de helse beelden is ongetwijfeld Hiëronymus Bosch. Wie de buitengewoon dreigende en onheilspellende werelden van Jeroen Bosch aanschouwt, kan eigenlijk maar één conclusie trekken: de hel bestaat. Hoewel Bosch later als een soort voorloper van het surrealisme is beschouwd, maakte hij in feite slechts dankbaar gebruik van bestaande, eigentijdse bronnen, om zijn eigen doodsangsten letterlijk te illustreren.
Net zoals bij de Gebroeders Van Limburg, waarvoor later meer, lijkt het erop of hij zijn helse taferelen geschilderd heeft, met het visioen van Tondalus op zijn schoot. Tondalus zou je kunnen beschouwen als het voorlopige hoogtepunt van de middeleeuwse monnikenvisioenen. Dante zal voor de definitieve versie gaan zorgen. In het Handboek voor het Hiernamaals (2004) zijn we daar al uitgebreid op ingegaan. Vandaar dat we daar even kort uit willen citeren. In onderstaand fragment is ridder Tondalus tijdens zijn louteringsreis door het hiernamaals getuige van een zoveelste marteling.
En anders de hel zelve wel, want na een poos leek het weer
eens de hoogste tijd voor een monster. Dit exemplaar had behalve twee voeten en
twee vleugels een lange nek met een ijzeren vuurspuwende bek. Ook zijn klauwen
waren van ijzer. Het vertoefde in een moeras van ijs en verslond elke ziel van
een ontuchtpleger die maar in de buurt kwam. Na
een gepaste verteertijd, werden ze vervolgens uitgebraakt in het moeras, waarna
het hele verhaal weer opnieuw kon beginnen. Althans, er was een verschil: allen
die zich in de maag van het monster hadden bevonden, waren ter plekke op een of
andere manier zwanger gemaakt. Dat gold zowel voor vrouwen als voor mannen. De
kleine monstertjes beschouwden de ingewanden als hun speelparadijs, wat voor de
jonge aanstaande moeders en vaders neerkwam op ondraaglijke pijnen. Wat weer
niets vergeleken was bij de geboorte zelf. Deze beelden lijken rechtstreeks te
komen uit een van de Alien-films, als ze al niet als inspiratie daarvoor
gefungeerd hebben. Het babymonstertje kwam namelijk – tenminste ook niet bij de
vrouwen – niet via de geijkte geboortekanalen ter helle. Voorzien van vaders
brandende ijzerbek vraten ze zich via de borstkast een weg naar buiten. Extra
pijnlijk was de met een weerhaak uitgeruste staart, die in geval van nood
vleesvrij gepikt werd. Desnoods werd het hele lijf weggevreten.
Fragment uit Alien (1979): het monstertje vreet zich een weg naar buiten via de buik van bemanningslid Kane (John Hurt).
Onder luid gebrul en geschreeuw vanuit het ijsmoeras, kwamen
de reizigers bij de uitgang. Deze bevond zich in de lucht. Hier konden ze nog
net een blik werpen op demonen met slangentongen, waarmee ze zich een weg
vraten door achtereenvolgens het gehemelte, de aders en de longen van de
verdoemden. Zelfs hun kennelijk speciaal voor dat doel gevormde penis konden ze
als een soort staafmixer gebruiken om het hart te verscheuren en de ingewanden
er uit te trekken. Ook nu weer ging het om een speciale categorie zondaars:
geestelijken die hun leven hadden gevuld met luxe en seksuele geneugten.
Tenslotte werden hun geslachtsdelen werden ofwel afgesneden en verslonden,
ofwel er kwam allerlei kwellend ongedierte uit te voorschijn. Maar ook de
overspelige leken ontliepen hun verdiende straf niet. Daarom werd ook Tondalus weer eens gegrepen
door een beest en in het moeras getrokken. En nadat de Alien-achtige
wezentjes zich een weg naar buiten hadden geknaagd, werd hij door een aanraking
van de engel opnieuw genezen en kon de reis hervat worden.